De Latijnse naam voor deze plant, Alchemilla, is afgeleid van het Arabische ‘alkemelych’, wat alchemistisch betekent.
Alchemisten verzamelden de dauwdruppels die in de plooien van de bladeren blijven liggen en gebruikten deze bij hun experimenten om goud te verkrijgen uit verschillende stoffen. Ook in de bloei zien we het thema goud terug: kleine goudgele bloemen die omhoog steken tussen het blad. Het toegevoegde woord ‘vulgaris’ komen we bij veel planten tegen en betekent ‘gewoon’ of ‘veelvoorkomend’. In ons huidig taalgebruik betekent vulgair vaak ‘lomp’ of ‘ordinair’; het komt van dezelfde oorsprong en refereert aan het ‘gewone volk’.
De vele verhalen en toegeschreven kwaliteiten van de plant zijn meest van toepassing geweest op vrouwen. De plant zou vrouwen hun schoonheid laten behouden, ongeacht de leeftijd. Ook zou de dauw, verzameld van de bladeren van vrouwenmantel, er voor zorgen dat vrouwen hun jeugd zouden behouden als ze zich ermee wasten, maar uiteraard alleen als ze dit in hun eentje naakt verzamelden bij volle maan. Al sinds de Middeleeuwen wordt de plant vanwege zijn talloze geneeskrachtige eigenschappen toegepast ter bestrijding van tal van vrouwenkwalen, en voor het reguleren van de hormonen.
Theatrum Botanicvm (1640) vermeldt dat de Germanen de plant bovenal prezen om de wondgenezende kwaliteiten en van de vrouwenmantel de bladeren kookten, tezamen met andere planten, en dit dronken bij inwendige wonden, en bij nier- en blaasaandoeningen. Voor de uitwendige wonden, die niet werden afgedekt, werd het kooksel gebruikt om de wonden te wassen. Deze genazen snel en zonder infecties en ‘corruptie’ van het lichaam. Ook werden tenten met het kooksel doorweekt, waarna de patiënt in de tent geplaatst werd en zo door de dampen ervan werd genezen.
Toch vermelden verschillende oude en meer recente kruidenboeken ook dat de plant effectief gebruikt wordt ter bestrijding van darmklachten (bij kinderen), wormen, diarree, bij anorexia en eczeem. Verschillende hedendaagse toepassingen van de plant vinden we in o.a. ‘The Women’s Guide to Herbal Medicine’, van Britse kruidenarts Carol Rogers.
De Nederlandse naam wordt verklaard door de vorm van de plant: het blad spreidt zich als een prachtige vrouwenmantel uit. De Oudduitse benaming was ‘Sintau’ , en de Nederlandse benaming in de 16e eeuw ‘Synnauw’, beide betekenen ‘altijd dauw’. En vanwege de vorm van de bladeren kreeg de plant de bijnaam ‘Lion’s Foot’, of Lewenfuss.
De plant was vroeger gewijd aan de Germaanse godin Frija, vrouw van Odr. Wanneer hij vertrok voor verre reizen zou ze gouden tranen hebben geweend. De tranen bleven als druppels op de bladeren liggen, zoals we zelf nu ook nog iedere ochtend kunnen aanschouwen. De plant kreeg dan ook de bijnaam ‘Mantel van Frija’. Na de kerstening werd de plant gewijd aan Maria.
Van het blad kan groene verf getrokken worden.
Cookie | Duur | Beschrijving |
---|---|---|
cookielawinfo-checkbox-analytics | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Analytics". |
cookielawinfo-checkbox-functional | 11 months | The cookie is set by GDPR cookie consent to record the user consent for the cookies in the category "Functional". |
cookielawinfo-checkbox-necessary | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookies is used to store the user consent for the cookies in the category "Necessary". |
cookielawinfo-checkbox-others | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Other. |
cookielawinfo-checkbox-performance | 11 months | This cookie is set by GDPR Cookie Consent plugin. The cookie is used to store the user consent for the cookies in the category "Performance". |
viewed_cookie_policy | 11 months | The cookie is set by the GDPR Cookie Consent plugin and is used to store whether or not user has consented to the use of cookies. It does not store any personal data. |